Hoe energieopslag in Duitsland voor een energieoverschot en lagere energieprijzen zorgde

29.05.2024 Sjoerd Rispens

Hoe energieopslag in Duitsland voor een energieoverschot en lagere energieprijzen zorgde
©GroenLeven

Het weerfenomeen hellbrise, vrij vertaald een lichte bries, is volgens Lars Stephan, Senior Manager, Policy & Market Development bij energieopslagontwikkelaar Fluence, een zeer nuttig concept voor de energiemarkt en het verdient meer aandacht, betoogt hij. Wanneer er goed op wordt ingespeeld, kan er meer duurzame energie worden opgewekt dan er wordt verbruikt. Hoe werkt dit concept?

De Duitse term hellbrise, een die Stephan overigens niet zelf heeft bedacht maar tegenkwam op LinkedIn, vindt vooral plaats tijdens de lente en de herfst. Het weertype kenmerkt zich door heel veel wind en de nodige zon. Stephan: “De lichte bries is het tegenovergestelde van dunkelflaute, een weerperiode waarin het donker is en je nauwelijks wind hebt, die voornamelijk tijdens de winterperiode plaatsvindt.” Het KNMI spreekt ook wel over energieflauwte.

“Onlangs hadden we in Duitsland een week lang een lichte bries”, gaat Stephan verder. “In de cijfers zag je terug dat heel Duitsland gedurende die periode een percentage van 71 procent duurzame energie op kon wekken. De impact op de prijzen was ook sterk. De energieprijs was veel goedkoper.”

En dat gold niet alleen voor Duitsland. In heel Europa zijn er volgens Stephan bij dergelijk weer prijsverschillen te zien. “In Polen waren de prijzen juist hoger. Maar dat duidt waarschijnlijk op een gebrek aan transportcapaciteit en dus ook op gelimiteerde export.”

Stephan probeert in zijn relaas naar de toekomst te kijken. “Hoe zou een week met zonnig weer en veel wind er over drie of zes jaar uitzien? Duitsland wil in 2030 80 procent duurzame energie opwekken. Als tussendoel zit je in 2027 op 67 procent. Met de Agorameter, een systeem dat het elektriciteitsverbruik van Duitsland monitort en voorspelt, kunnen we een goed beeld schetsen van de toekomst.”

Het resultaat is volgens Stephan makkelijk te voorspelen maar tegelijkertijd vrij verwonderend. “We kunnen bij een hellbrise dan meer duurzame energie opwekken dan we verbruiken. En dan wordt er al rekening gehouden met een hoger en flexibel belastingprofiel, vanwege de elektrificatie van warmte dan er momenteel is. Duurzame energie zou binnen drie jaar al 21 gigawatt hoger kunnen zijn dan de huidige consumptie. In 2030 kunnen we een overschot van 66 gigawatt bereiken.”

Het relaas van Stephan past goed bij de zogeheten duck curve. De curve laat de uitdaging zien die gepaard gaat met de komst van zonne-energie. Gedurende de dag is de netto-energievraag (hernieuwbare opwek minus energiegebruik) laag, terwijl bij zonsondergang de netto-vraag flink toeneemt.

Oplossingen
Als dit overschot aan energie daadwerkelijk wordt opgewekt, wat zou daar dan mee gebeuren? “Met de huidige planning is er helemaal geen vraag naar deze energie”, schrijft Stephan in zijn betoog. “Het gaat alleen maar leiden tot netcongestie en inperking.” Volgens hem gaat het publieke debat nu vooral over mogelijke dunkelflautes na 2030. Er moet volgens hem meer aandacht komen voor de problemen die al over drie jaar kunnen spelen.

“De oplossing is eigenlijk vrij simpel”, zegt Stephan. “Deze is namelijk gebaseerd op technologie die we momenteel al toe kunnen passen. Er moet meer worden ingezet op de digitalisering en flexibilisering van goederen. Zo moeilijk is het allemaal niet.”

Stephan neemt batterijen als voorbeeld. “Verzamel op grote schaal vieruurs-batterijen, maak een buffer van de duurzame energie die zij opwekken en gebruik die voor de avond en nacht, in plaats van gas. Dat is een veel beter en duurzamer alternatief.” Volgens Stephan helpt een dergelijke manier van doen ook om de CO2-uitstoot sneller omlaag te brengen. “Laten we energieflauwte nu even in de ijskast zetten”, besluit Stephan. “Kunnen we alsjeblieft meer aandacht aan de lichte bries geven?”

In reactie op het stuk oppert Rens Savenije, werkzaam bij het bedrijf Ventolines, nog een andere oplossing. “Er zou een sterk Europees elektriciteitsnet moeten komen met verbindingen tussen alle landen. Want als er een zonnige periode met veel wind in Duitsland is, geldt dat ook voor Nederland en België.”

Stephan is het daar mee eens. “En bij een bepaalde hoeveelheid zonne-energie is het verschuiven van die energie over de ruimte niet langer een optie, maar moeten we dit in de loop van de tijd gaan verschuiven.”