Gasprijs blijft van invloed op de steeds hernieuwbare elektriciteitsmix

21.05.2024 Jan de Wit

Gasprijs blijft van invloed op de steeds hernieuwbare elektriciteitsmix
©HyET Solar

Hoewel de groeiende hernieuwbare opwekcapaciteit een steeds groter aandeel van de elektriciteitsmix voor zijn rekening neemt, blijven de gasprijzen een sterke invloed hebben op de elektriciteitsprijs. Geopolitieke spanningen en onderhoud aan Noorse aardgasleidingen hebben daarom een prijsopdrijvend effect op zowel de gas- als de elektriciteitsprijs, maar ook Franse exportbeperkingen stuwen de Europese elektriciteitsprijs deze maand, stelt Hans van Cleef, hoofd Energy Research & Strategy bij Publieke Zaken, in de nieuwste Marktupdate Elektriciteit.

De marktprijzen van energie worden door vele factoren bepaald. Het aandeel hernieuwbare energie hierin wordt ook steeds dominanter. Daarnaast is toenemende beweeglijkheid van energieprijzen van invloed op investeringen in hernieuwbare energie. Solar365 werkt daarom samen met Publieke Zaken om dit scherper te monitoren.

Sinds februari zitten de gas- en elektriciteitsprijs al in een opwaartse trend, maar die is sinds april steviger geworden door de geopolitieke onrust, die sindsdien met name in het Midden-Oosten is toegenomen. De prijs van het actieve maandcontract ligt nu op 67 euro per megawatuur.

Er is namelijk een risico dat Iran zijn betrokkenheid bij de oorlog tussen Israël en Hamas vergroot en als gevolg daarvan de Straat van Hormuz afsluit. Aangezien 20 procent van de wereldwijd verhandelde LNG hierdoorheen wordt verscheept zou dit een enorme prijsopdrijver betekenen, maar het risico alleen resulteert al eveneens in een prijsopdrijvend effect.

Een tweede factor die meespeelt in het prijsopdrijvende effect van de gasprijs op de elektriciteitsprijs, is de lage aanvoer van aardgas uit Noorwegen. Die ligt momenteel een kleine 20 procent lager dan gebruikelijk vanwege gepland onderhoud aan gasvelden en -installaties. Hoewel dit dus geen verrassing is, zorgt de lagere productie wel voor een lager aanbod en dus een krappere markt. Het meeste geplande onderhoud zit er inmiddels op waardoor de Noorse gasexport weer teruggaat naar zijn oude niveau, maar aan het eind van de zomer en begin van de herfst zal opnieuw een aanzienlijk aandeel van de Noorse productie onderhoudswerkzaamheden moeten ondergaan.

Zolang het aanbod van hernieuwbare elektriciteit nog niet vraagdekkend is, blijft er gasvraag. Elektriciteitscentrales die op gas lopen, draaien weliswaar steeds minder uren, maar blijven onmisbaar zolang er nog onvoldoende CO2-vrij regelbaar vermogen is, bijvoorbeeld in de vorm van batterijen.

"De opmars van duurzame elektriciteitsproductie in Nederland gaat onverminderd door. In totaal was in de maand april 72 procent van de stroom duurzaam (Europese definitie), ten opzichte van 52 procent een jaar eerder. Met name zonne-energie, waarvan het aandeel in een jaar tijd van 24 naar 28 procent ging, kende een relatief harde groei. Dit ging gelijk op met de groei in het aantal zonnepanelen, dat ongeveer op 20 procent lag. De grootste hernieuwbare energieproductie komt nog altijd van de windmolens, goed voor 37 procent", aldus Van Cleef.

"Het hoge aandeel hernieuwbare energie heeft op de korte termijn met name impact op de day-ahead markt. Zo was de stroomprijs op deze markt negatief voor 62 uur in april. Waar in het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 gemiddeld 70 procent van de elektriciteitsmix hernieuwbaar is, is volgens het PBL 85 procent ook haalbaar. De verwachting is dan ook dat dit fenomeen van negatieve prijzen alleen maar vaker voor zal komen. Het moet een extra prikkel geven om het gebruik tijdens het opwekken te stimuleren. Ook zal de businesscase van flexibiliteit en opslag verder verbeteren."

Frankrijk wijkt af
Een opvallende trend in dit verhaal is de Franse stroomprijs constateert Van Cleef, die is tot april gezakt tot 25 euro per megawattuur. Deze trendbreuk binnen Europa wordt veroorzaakt door de teruggeschroefde Franse interconnectiecapaciteit vanwege gepland en ongepland onderhoud aan het Franse elektriciteitsnet. Hierdoor is de interconnectiecapaciteit gehalveerd en kampt Frankrijk tijdelijk met een enorm productieoverschot van energie van windmolens, waterkrachtcentrales en kerncentrales.

"Het onderhoud – en de beperkte export van elektriciteit die hieruit volgde – begon begin maart en duurt naar verwachting van RTE tot begin mei. De Franse nationale TSO voegt hieraan toe dat onderhoud tussen augustus en midden oktober tot vergelijkbare exportrestricties zal gaan leiden. Hoewel men op basis hiervan kan verwachten dat de Franse export van elektriciteit opnieuw dusdanig beperkt wordt dat het de binnenlandse prijs naar beneden drukt, wordt dit door de markt niet zo ingeschat", ziet Van Cleef.

"Normaal gesproken is het prijsverschil tussen de elektriciteitsprijzen in Noordwest-Europa klein. Dit komt omdat deze netwerken met elkaar in verbinding staan met grensoverschrijdende kabels, zogenaamde interconnectie-kabels. Volgens Europese wetgeving dienen TSO's minimaal 70 procent van de interconnectiecapaciteit beschikbaar te stellen voor grensoverschrijdende handel. Momenteel liggen deze in Frankrijk volgens schattingen van de Belgische TSO op ongeveer 40 procent."