De auto-industrie heeft samen met energiebedrijven en milieu-NGO’s aangedrongen tot het behoud van het de facto verbod op de verkoop van nieuwe benzine- en dieselauto's tegen 2035, voorafgaand aan de bijeenkomst van EU-leiders op 27 en 28 juni, meldt Euractiv. Met dit verbod zouden er na 2035 alleen nog maar elektrische- en eventueel waterstofauto’s geproduceerd mogen worden.

Momenteel is er in de EU-wetgeving een verbod op de verkoop van nieuwe auto's die CO2-uitstoten na 2035.

Hoewel de huidige conceptversie van de 'strategische agenda' voor de volgende Europese Commissie niet de doelstelling bevat om het verbod op verbrandingsmotoren terug te draaien, hebben de wetgevers van de European People ’s party (EPP)(de partij die als eerste eindigde als gevolg van de meest recente EU-verkiezingen) de mogelijkheid aangekondigd om het verbod in te trekken. Als rede hiertoe stellen ze dat ze geen  'technologische mogelijkheiden’ willen uitsluiten. In plaats daarvan hoopt de EPP soepeler te zijn door een reductiedoelstelling voor autofabrikanten toe te staan tot 90% in plaats van de huidige 100%.

"Het intrekken van het verbod op verbrandingsmotoren was een van onze belangrijkste eisen in de verkiezingscampagne", stelt Jens Gieseke, hoofdonderhandelaar van de EPP over CO2-standarden voor auto's.

Desalniettemin heeft de EPP verklaard dat zij zich zullen inzetten voor het bieden van een stabiel en voorspelbaar kader om een ondersteunend klimaat te creëren voor de opschaling van Europa's productiecapaciteit voor duurzame technologieën en producten.